Ophef over oorlogsarchieven en namenlijsten
Ophef over oorlogsarchieven en namenlijsten
In december berichtten we al over de moeizame gang van zaken rondom de openbaarmaking van een aantal oorlogsarchieven. Als het niet zo’n gevoelig onderwerp was, zou je bijna van een soap gaan spreken, na alle verwikkelingen van de afgelopen weken.
Hoe zat het ook alweer?
Het Nationaal Archief zou de dossiers publiceren van mensen die voorkomen in het CABR, het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Het gaat hierbij om zo’n 425.000 dossiers van mensen die mogelijk ‘fout’ waren in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog zijn hierover rechtszaken gevoerd; de stukken hiervan zouden per 1 januari 2025, 80 jaar na dato, openbaar gemaakt worden. Eerder konden de dossiers alleen bij het Nationaal Archief ingezien worden, als duidelijk was dat de betrokken persoon overleden was of toestemming had gegeven. De bedoeling was dat de dossiers digitaal beschikbaar zouden zijn, zodat meer belangstellenden er kennis van konden nemen. Hierbij gaat het vaak om nazaten van de betrokken personen, maar ook bijvoorbeeld om familie van slachtoffers. Kort voor de openbaarmaking maakte de autoriteit Persoonsgegevens hier bezwaar tegen. Het zou in strijd zijn met de privacyregels, omdat een deel van de betrokkenen nog leeft.
425.000 namen
Donderdag 2 januari werd vervolgens een lijst online gezet met 425.000 namen die voorkomen in het CABR. Iedereen kan de lijst bekijken en op naam zoeken. Wanneer mensen het fysieke dossier willen inzien moeten zij zich daarvoor aanmelden bij het Nationaal Archief. De belangstelling is zo groot, dat er inmiddels een wachtlijst van anderhalve maand is. Deze gang van zaken heeft voor veel beroering gezorgd, waardoor oorlogsinstituut NIOD kritiek heeft geuit en de betrokken minister Bruins heeft gevraagd om maatregelen. Met alleen namen, zonder dat direct duidelijk is wat er eventueel is gebeurd, kunnen ‘suggestieve associaties’ ontstaan volgens het NIOD. Sommige mensen zijn wel voor de rechtbank gedaagd, maar onschuldig bevonden. Op de lijst staan zelfs namen van Joden die in de concentratiekampen zijn vermoord. Ook staan er namen op van mensen van wie geen dossier (meer) is. Er zijn na een week dan ook al 25.000 namen van de lijst gehaald. De enorme belangstelling maakt duidelijk dat het, zelfs na 80 jaar, allemaal heel gevoelig ligt. Het NIOD wil dat alles zo snel mogelijk digitaal beschikbaar wordt gemaakt, met bijvoorbeeld inlogrestricties voor mensen die toegang willen. Dit zou dan enerzijds de privacy beschermen en anderzijds meer mensen de gelegenheid geven een ontbrekend stuk familiegeschiedenis in te vullen. De minister kan zich wel vinden in de wens van het NIOD, maar wijst er ook op dat nog niet alles digitaal beschikbaar is; slechts een kwart van het archief is gescand….
Veilig digitaal beschikbaar
Het lijkt duidelijk dat de voorbereidingen te kort zijn geschoten. Waarom niet eerder begonnen met professioneel scannen? Waarom niet nagedacht over de mogelijkheden van veilig beschikbaar stellen, met oog voor het bewaken van de privacy van betrokkenen? Iedereen wist al heel lang dat volgens de Archiefwet deze dossiers nu openbaar gemaakt moesten worden. Gevoelige dossiers scannen, opslaan en veilig beschikbaar stellen voor geautoriseerde gebruikers – Dat is nou precies onze kracht en vakgebied.
Is dit onderwerp (deels) herkenbaar binnen jullie organisatie en wil je meer weten? Welkom bij www.view.nl
Met vriendelijk groet,
Wilfred Bussink
14 januari 2025
Bron: https://nos.nl/artikel/2551195
Nieuwsbericht: 250